Volk van mijn VOLK

Cover Volk van mijn VOLK - Yasmin Verschure

Cover Volk van mijn VOLK – Yasmin Verschure

Opdracht


Lieve JIJ Ik draag dit boek op aan jou Omdat jij op de vlucht bent outcast bent niet ‘normaal’ bent niet tot een gemiddelde behoort een rugzakje hebt eenzaam bent normaal bent mens bent uniek bent Omdat jij deel van mij bent Omdat jij, net als ieder mens, op zoek naar liefde bent… Mohammad Attar

Voorwoord


‘Er is geen verschil tussen jou en mij. Vandaag ben jij op de vlucht. Morgen kan ik dat zijn…’

De wereld staat in brand. Het zijn niet alleen de vluchtelingen. We leven op een atoombom. De zee zit vol plastic. De lucht is vervuild. Ons eten vergiftigd. Natuurlijke genezing aan banden gelegd. Er hoeft maar iets te gebeuren of we vliegen met zijn allen de lucht in.

Dat weten we toch

Vrede op aarde is een illusie. De enige plaats waar we vrede vinden is binnenin onszelf. Als we dat eenmaal hebben ervaren, beschouwen we de wereld op een andere manier. Ik realiseer me als geen ander dat het leven lijden is. Door alles te omarmen en niets buiten te sluiten, ben ik er niet langer aan gehecht. Ik ben niet meer op zoek naar geluk. Hoe zou ik de zon in de maan kunnen veranderen?

Het een kan niet bestaan zonder het ander. Hoe meer we geluk nastreven, hoe meer we lijden.

Hoe zouden we in godsnaam onze lessen kunnen leren als we geen uitdagingen op ons pad kregen. Hoe zouden we ons kunnen verlossen van onze overtuigingen en conditioneringen die ons weerhouden om te zijn wat we in wezen zijn: pure vibrerende goddelijkheid die door licht en donker – door pijn en lijden – onwankelbaar goddelijk blijft. Pure spirit, altijd onderweg. Altijd open en oprecht. Nieuwsgierig als een kind naar alles wat er nu weer te ontdekken valt.

Helaas, we willen het niet weten

We stoppen onze kop in het zand omdat we niet durven te leven in een maatschappij die op omvallen staat.

Alles wat zichtbaar is, is tijdelijk. Alles ontstaat en vergaat voortdurend. Dat wat blijft is de liefde…

Hier op aarde zijn we allemaal vluchtelingen. We hebben elkaar nodig. Zij hebben onze open armen nodig en wij hebben hun verfrissende ideeën nodig. En natuurlijk zit er kaf tussen het koren. Maar als we het kaf niet willen, zullen we ook het koren mislopen.

Hoe hoger de muren die we bouwen, hoe vruchtbaarder hun pogingen om de gaten te vinden. We kunnen deze stroom met al het geld van de wereld niet tegenhouden. En waarom zouden we zo’n geweldige kans op transformatie en nieuw leven tegen willen houden.

We evolueren door ervaring. Wonen in een veilige en stabiele wereld is slechts een fantasie. Door te accepteren dat het leven voortdurend aan verandering onderhevig is, worden wij de bestuurders van ons leven. Wanneer we ons vol vertrouwen overgeven aan het moment, zonder angst voor morgen, zullen we ons in iedere situatie veilig kunnen voelen. Waar we ook zijn, wat we ook onder ogen moeten zien.

Wij Nederlanders zijn een geweldig volk. Hoewel we gigantisch kunnen klagen, zijn onze harten groot en onze armen nog steeds lang. En ja, het klopt. Mensen discrimineren. Dat doen we allemaal. De ‘normale mensen’ en de vluchtelingen. De zwarten en de blanken. Dus gewoon ernaar kijken en blijven ademen.

Mensen blijven mensen. Ieder van ons is verantwoordelijk voor de manier waarop hij de wereld ervaart. Wanneer we onszelf respecteren, kunnen we iedere “vreemdeling” omarmen, zonder onze eigenheid te verliezen.

Dat vraagt om een open houding. Hulpverleners maken maar al te vaak, met goede bedoelingen, cliënten en vluchtelingen afhankelijk. Dat geeft een gevoel van onmisbaarheid en macht. Die houding mag veranderen. Laten we stoppen met denken dat zij ons nodig hebben. We hebben elkaar nodig.

Kamp Moria op Lesvos is de voorbode van een wereld die zich, goedschiks of kwaadschiks, zal vermengen. Moria is een plek waar mensen transformeren. Er zijn geen rangen en geen klassenverschillen.

In tijden van oorlog, in situaties waarin mensen de dood in de ogen kijken, zie je mensen razendsnel transformeren naar hun goddelijke essentie, of ze zakken nog dieper weg in hun ervaring van menselijk lijden…

Boot-vluchteling
Inleiding


Hoe het begon

In juni 2016 kijk ik naar de documentaire ‘Getuigen van Piraeus’ over het vluchtelingenkamp in de haven van Athene. De getuigenis van de Nederlandse Zen-Peacemaker Petra Hubbeling raakt me diep. Zij vertrekt met lege handen. Naar mijn gevoel de enige juiste manier.

Wij westerlingen willen zo graag iets doen. We bedenken bij voorbaat wat anderen nodig hebben. We zijn o zo bang om met lege handen te staan. Met lege handen staan betekent open zijn voor dat wat er is. De chaos, het lijden, de pijn en de vreugde binnen laten zonder iets te willen veranderen. Dat is intens leven en het mooiste wat er bestaat. Vanuit die houding kan er iets ontstaan en groeien in het moment. Het vraagt niet alleen om een open mind, het betekent dat je je durft te laten aanraken tot in je ziel.

En zo vliegen Giri en ik in juli 2016 naar Pireaus, de haven van Athene. We maken de ontmanteling van het open kamp mee en vertrekken daarna naar het eiland Lesvos. We zoeken een appartementje in de buurt van Moria, het detentiekamp waar alle vluchtelingen naar toegebracht worden zodra hun ‘ballon’, het gammele opblaasbootje waarmee ze aankomen aan de noordkant van Lesvos, het strand op schuift. In oktober 2016 gaan we voor onbepaalde tijd terug. Dit keer met de auto.

“We hebben mensen ontmoet uit meer dan zeventig landen en culturen. Apathische mensen, verdrietige mensen, vrolijke mensen, prachtige mensen en vooral moedige mensen.

Het samenzijn met mensen van zoveel verschillende culturen en het luisteren naar hun verhalen heeft mijn leven verrijkt.”

“Ik heb eenieder die ik in de ogen keek voor eeuwig in mijn hart gesloten…”

MUKASA – Eritrea

Mukasa - Eritrea

Een ongelofelijke vluchtweg


Eritrea kent een van de meest onderdrukkende regimes ter wereld. Kritiek op de regering is verboden en tegenstanders worden gearresteerd. De dienstplicht, die meer dan tien jaar kan duren, is voor velen een reden om te vluchten. Eritreeërs mogen hun land niet verlaten zonder toestemming van de Eritrese autoriteiten. Wie illegaal probeert te ontvluchten, loopt kans te worden neergeschoten. Deserteurs en dienstweigeraars worden wreed gestraft en familieleden lopen het risico te worden opgepakt.

Hij groeide op als wees en kreeg, zoals iedere jongeman, een gecombineerde militaire training. Hij verzamelde voldoende punten om twee jaar naar college te gaan. Hij wilde econoom worden, maar moest van het regime onderwijzer worden, zonder betaling.

  • Ik heb nooit geweten hoe onderdrukt wij werden totdat ik in Israël aankwam

Militairen omsingelden de school waar Mukasa werkte en ronselden alle 18-jarigen en ouderen. Zonder eten en drinken, zonder afscheid te kunnen nemen van hun familie, moeten ze honderden kilometers lopen naar een afgelegen plaats in de woestijn van Djibouti waar ze getraind zullen worden…

“We werden opgesloten in een kamp in de woestijn. Ik wilde geen mensen doden, dus besloot ik te vluchten. Tijdens onze vlucht werden de honden op ons losgelaten. We renden uren en verjoegen de honden met stokken.

Met de hulp van Eritrese nomaden aan de grens van Djibouti komen we uiteindelijk Soedan binnen. We worden naar het kantoor van de Verenigde Naties gestuurd en naar een vluchtelingenkamp gebracht dat vergelijkbaar is met Moria. Ik was daar vijf maanden. Er was geen werk en niemand kon me helpen.”

Mukasa vluchtte opnieuw en vond werk aan de grens tussen Soedan en Eritrea. Iedere keer als hij de grens naar Khartoem oversteekt, wordt hij opgepakt en teruggebracht naar het vluchtelingenkamp. Hij verliest hoop en gaat op zoek naar een smokkelaar die hem naar Israël kan brengen. Hij belandt in de Sinaï in Egypte.

  • In de Sinaï heerst de maffia. Zij hebben niets menselijks. Ze leven voor geld en verkopen niet alleen drugs maar ook mensen

Uiteindelijk vindt Mukasa een smokkelaar die hem een veilige route belooft naar Israël. Met andere vluchtelingen wordt hij in houten boten geladen, vijfentwintig mensen per boot, om de Nijl over te steken. Twee van de drie boten zinken voor zijn ogen. Hulpeloos moet hij toezien hoe bijna dertig mensen verdrinken. Slechts een enkeling kan zwemmen.

“Ik hoor nog steeds het geschreeuw van de mensen terwijl zij verdrinken. Wij huilden en schreeuwden. Vissers haalden ons uit het water en pakten ons alles af. We zochten opnieuw een smokkelaar en na veertien dagen vervolgden we onze reis.

De Bedoeïenen hielden me tweeëneenhalve maand vast in de Sinaï woestijn. Het losgeld van 3.500 dollar moest naar een tussenpersoon in Eritrea. Krijg je het geld niet bij elkaar, dan snijden ze een voor een je vingers af.

Ik had geluk, mijn vingers bleven aan mijn hand. We werden geslagen, kregen nauwelijks water en voedsel. ’s Nachts werkten we in de bouw. Zo kreeg ik uiteindelijk het geld bij elkaar en kon ik Israël binnengaan. Ik had me nooit gerealiseerd hoe onderdrukt we werden in Eritrea tot ik in Israël was.”

Israël nam veertigduizend Eritreeërs op als gastarbeiders voor een periode van vier jaar. Maar regeringsleiders vonden dat zij de Joodse cultuur verpestten en geen van hen kreeg een verblijfsvergunning. Op 27 december 2015 mochten zij niet langer werken en moesten ze het kamp binnengaan. Hun Israëlische vrienden waren erg ongerust.

De Eritrese jongens waar Mukasa bij hoorde kregen drie keuzemogelijkheden:

  • Leven in Israël in een gesloten kamp in de woestijn met volledige verzorging, zonder het kamp te mogen verlaten.
  • Terug naar Eritrea met 3.500 dollar en een gratis vliegticket. Geen optie.
  • Israël had een verdrag met Rwanda. Een gratis ticket naar Rwanda met 3.500 dollar en drie dagen hotel.

“Ik wist dat een aantal vrienden via Rwanda Europa hadden bereikt. Om niet bestolen te worden gaf ik mijn geld aan een vriend. Hij zal het me sturen als ik het nodig heb, sprak ik met hem af. Toen vloog ik naar Rwanda.”

Na drie dagen vindt hij een smokkelaar. Hij wordt de Ugandese grens overgezet en naar Kampala gebracht, vervolgt zijn reis naar Zuid-Soedan en volgt de hoofdroute naar Djoeba, de hoofdstad van Zuid-Soedan. Met een vals paspoort vliegt hij naar Soedan. Iemand wacht hem op bij het vliegveldje en zo begint zijn reis naar het Noorden.

“Overal zijn kleine controleposten bemand door tieners met geweren. We moeten overal betalen totdat we in Khartoem aankomen, de hoofdstad van Soedan.

We worden regelmatig opgepakt en de gevangenis ingegooid. Na negen maanden begin ik langzaam gek te worden en wil ik Soedan verlaten. Van een Eritreeër met verblijfsvergunning koop ik voor zevenduizend dollar een visum voor Turkije. Met een vals paspoort vloog ik naar Istanbul en kom ik na heel wat tegenslagen in juni 2016 met de ballon* aan op Lesvos. Mijn vluchtweg heeft me bijna twintigduizend dollar gekost.”

Na een ongelofelijke vluchtweg is Mukasa eindelijk vrij! Om direct opnieuw in een detentiekamp te verdwijnen: Moria. Zijn emoties zijn zichtbaar en zijn pijn is voelbaar, maar zijn spirit is ongebroken. Mukasa doet zijn naam eer aan. Hij is een engel, zorgzaam en liefdevol voor mannen zowel als vrouwen.

Hoewel Eritrea nog steeds in oorlog is met Ethiopië, hebben de mensen in Moria daar lak aan. In het kamp leven zij vreedzaam met elkaar en sluiten zij relaties voorbij grenzen…

Logo Love Twee soorten vluchtelingen


Volgens onze kernfysicus Mostafa uit Iran, zijn er twee soorten vluchtelingen. Zij die hun land moeten ontvluchten vanwege oorlog en zij die vluchten vanwege een politieke of zelfs niet-politieke situatie. De andere groep kun je omschrijven als de economische vluchteling, de avonturier, de gelukszoeker. Door de media en door de tijdsgeest worden zij wakker en steeds nieuwsgieriger naar andere plekken op de wereld. Bovendien geloven ze in een droom die wij hen voorspiegelen: Europa is niet alleen het walhalla wat geld betreft, zij kunnen daar ook ongestoord van de vruchten genieten die verboden zijn in eigen land, zoals drugs en alcohol. Kortom, de economische vluchteling.Hoe meer ik naar de verhalen luister van al die verschillende vluchtelingen, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat het veel complexer is. Ik kom meer en meer tot de conclusie dat we uiteindelijk allemaal vluchtelingen zijn en dat ieder mens die de moed heeft om de oversteek te maken, en daarbij soms letterlijk de dood in de ogen kijkt, een reden heeft om hier te zijn. En het is niet aan mij om te beoordelen of die reden juist is, ja dan nee.Men vraagt ons ook niet waarom wij naar Afrika gaan om het land te exploreren of ongebreideld toeristje te spelen zonder oog te hebben voor het feit dat het merendeel van de bevolking onderdrukt of arm is. Laat staan dat we na willen denken over het feit dat die onderdrukking of die armoede misschien wel het gevolg zou kunnen zijn van onze inmenging.

Hartstikke gek

“Yasmin, ik denk erover om terug te gaan naar Pakistan.” “Wat let je?” “We krijgen een gratis ticket en 500 Euro. We willen 5000 Euro.” Ik kijk hem aan en zeg: “Ik ben een arme Griek. Ik kom naar Pakistan. Ik wil een huis, ik wil een baan, ik wil dat jullie mijn kinderen naar school sturen.” Hij kijkt me aan. “We zijn gek he Yasmin.” “Ja schoonheid, jullie zijn hartstikke gek.” zeg ik zonder enige vorm van oordeel. “Wat zegt jouw hart?”, vraag ik. “Ik wil naar huis. Ik wil naar mijn vrouw en kinderen. Ik droom over ze. Ik ga, Yasmin. Ik beloof het…” Drie dagen later vertelt hij dat hij toch eerst naar Italië wil om geld te verdienen. Ik weet dat het nutteloos is om er nog verder over te praten. Laat hem maar ervaren wat iedere ziel zelf wenst te ervaren…